Hoe herken je de Fitis?
De Fitis is een kleine zangvogel met een opvallend subtiel verenkleed. Zijn bovenzijde is grijsbruin met soms een groenachtige tint, terwijl de onderzijde beige tot lichtgeel kleurt. Een kenmerkend detail is zijn lichte wenkbrauwstreep, die hij deelt met de Tjiftjaf. Wat hem onderscheidt, zijn zijn lichtere poten en langere vleugels, een aanwijzing voor zijn gewoonte om grote afstanden te migreren. Met een formaat vergelijkbaar met een Pimpelmees, is het verschil met de Tjiftjaf nauwelijks zichtbaar.
Gedrag en zang van de Fitis
De Fitis valt eerder op door zijn zang dan door zijn uiterlijk. Je kunt hem horen in bomen en heggen, waar hij vaak zingend te vinden is. Zijn melancholische, fluitende zang eindigt in een waterval van dalende noten. Het geluid wordt vaak beschreven als “fit-fit-fit sisisisisi yitoïtoïtoïtoï teuytoï”. Daarnaast hoor je soms zijn fluitende, stijgende roep “hu-it”.
Voortplanting en broedgedrag
De broedperiode van de Fitis loopt van mei tot augustus. Tijdens deze tijd legt hij één legsel per jaar met 4 tot 7 wit met bruin gevlekte eieren. Zijn nest is een bol van gras en bladeren, dat hij laag bij de grond bouwt, vaak verscholen in dichte struiken. Dit gedrag helpt om predatoren te vermijden.
Wat eet de Fitis?
De Fitis is een insecteneter die zich voedt in bomen en het loof. Hij is een belangrijke consument van insecten, wat hem een nuttige rol in het ecosysteem geeft. Vooral in de lente en zomer is hij actief op zoek naar voedsel om energie op te bouwen voor zijn lange migraties.
Leefgebied en migratie
De Fitis leeft in lichte loof- en gemengde bossen en is ook te vinden in parken en tuinen met bomen en heggen. Als langeafstandsmigrant overwintert hij ten zuiden van de Sahara. In het voorjaar keert hij terug naar Noord-Europa om te broeden, waarbij hij vaak een tussenstop maakt in West-Europa. In Frankrijk broedt hij voornamelijk in de noordelijke twee derde van het land.
-