Hoe herken je de tuinfluiter?
De tuinfluiter heeft een opvallend grijsbruin verenkleed met een donkerdere bovenzijde en een lichtere onderzijde. Wat hem uniek maakt, is de subtiele grijze afscheiding in zijn nek. Dit kenmerk onderscheidt hem van andere vogels. Zijn zwarte ogen worden omlijst door een lichte oogring, wat soms lijkt op een subtiele wenkbrauw. Tot slot heeft de tuinfluiter een fijne, puntige snavel die ideaal is voor het eten van insecten en bessen.
Gedrag en gewoontes
De tuinfluiter staat bekend als een schuwe en discrete vogel. Hij houdt ervan om verborgen te blijven in struiken, waar hij zijn aanwezigheid meestal alleen verraadt door zijn zang. Ondanks zijn naam komt hij weinig in de tuin voor. Zijn voorkeur gaat uit naar wilde en ononderhouden plekken waar hij zich veiliger voelt.
De zang van de tuinfluiter
De zang van de tuinfluiter is een snel en langdurig gekwetter. Het mannetje kan soms wel een minuut lang onafgebroken zingen. Zijn roepen kan variëren van melodieus tot ruwe kreten zoals “krr-krr-krr”. Dankzij zijn zang wordt hij vaak eerder gehoord dan gezien, wat hem een interessante vogel maakt voor vogelliefhebbers.
Broedseizoen en voortplanting
Het broedseizoen van de tuinfluiter loopt van april tot augustus. Gedurende deze periode legt hij 1 tot 2 legsels per jaar, met elk 4 tot 6 vuilwitte eieren met grijsbruine vlekken. Zijn nest is een losse kom van stengels, zorgvuldig verborgen in struiken dicht bij de grond. Dit maakt het moeilijk om het nest te vinden, wat bijdraagt aan zijn schuwe reputatie.
Wat eet de tuinfluiter?
De tuinfluiter is voornamelijk insectenetend. Hij voedt zich met kleine insecten, maar eet ook bessen wanneer deze beschikbaar zijn. In de herfst zoekt hij soms tuinen op om vetrijke bronnen te vinden ter voorbereiding op zijn migratie. Deze gevarieerde voedselkeuze maakt hem goed aangepast aan verschillende leefomgevingen.
Waar vind je de tuinfluiter?
De tuinfluiter leeft in open plekken zoals bossen, parken en dichtbeboste tuinen. Hij is een langeafstandstrekker die de Europese zomers doorbrengt en naar Afrika trekt voor de winter. Zijn aanwezigheid is een teken van een gezonde en gevarieerde leefomgeving.
-